Giethoorn 16.06.1851 - Haarlem 27.02.1914 Carrière: Zoöloog. Studie biologie
Amsterdam 1868-1872, Leiden 1872-1875, assistent bij Selenka en Hoffmann1874,
promotie 1875 bij Hoffmann op “Eerste bijdrage tot een nauwkeuriger kennis der
sessile Cirripedien”. Leraar biologie 1878-1888. In 1883 werd hij lid van de
KNAW. Hij was wetenschappelijk adviseur visserijzaken 1888-1914 en directeur
Zoölogisch Station Den Helder 1889-1902. Hij werd in 1902 de eerste
Secretaris-generaal ICES, tot 1908. In 1912 directeur van het nieuw opgerichte
Rijksinstituut voor Visserijonderzoek. Biografie: Hoek was zoon van Jean Hoek, predikant te Kampen en Johanna Maria Gesina Le Jolle. Hij trouwde in 1879 met Emilie Louise van Hasselt. Hij kreeg 4 dochters en 1 zoon. Als lid, later voorzitter en lid van verdienste van de in 1872 opgerichte Nederlands Dierkundige Vereniging was Hoek vanaf het begin van zijn carrière actief als marien bioloog. Daarbij ging zijn aandacht meer en meer uit naar de visserijbiologie. Als directeur van het Zoölogisch Station woonde Hoek in Den Helder. Een van zijn dochters, Julie Laurence, trouwde met Hoeks assistent en latere opvolger bij het Zoölogisch Station, Heinrich Carl Redeke. Toen op aandringen van de Zweed Petterson er plannen kwamen voor een internationaal onderzoek naar de oorzaken van de teruggang van de zeevisserij, speciaal gericht op de variaties in de oceanografische omstandigheden, pleitte Hoek voor de internationale reglementering van de visserij teneinde overbevissing tegen te gaan. De ICES die in 1902 werd opgericht richtte zich op beide problemen, en Hoek werd de eerste Secretaris Generaal. Hij vertrok naar Kopenhagen en in zijn nieuwe functie toonde hij zijn managementcapaciteiten. In 1907 keerde Hoek terug
naar Nederland, en vestigde zich in Haarlem. In 1912 werd hij directeur van het
nieuw opgerichte Rijksinstituut voor Visserijonderzoek. Hij overleed twee jaar
later. Belangrijkste oceangrafische activiteiten: In 1874 bezocht Hoek het
zo juist geopende Zoölogisch Station te Napels. Hij had een belangrijk aandeel
in het tot stand komen van een Nederlands verplaatsbaar Zoölogisch Station voor
marien biologisch onderzoek in 1876, en in de daarmee uitgevoerde studies. Met
name het in 1881- 1883 verrichte oesteronderzoek was van groot belang. Ook de
bouw van een permanent station in Den Helder is vooral gerealiseerd dankzij de
inspanningen van Hoek. Intussen bewerkte hij in 1881 - 1883 de Cirripedia en
Pantopoda van de Challenger-expeditie. Ook internationaal kreeg Hoek naam als
marien bioloog. Door zijn studies op het gebied van de visserijbiologie had hij
internationaal gezag en als secretaris-generaal had hij een belangrijk aandeel
in het welslagen van de ICES. Bibliografie:
Referenties:
|
HOCdocs > Biographies >